Heupdysplasie bij honden: hoe kun je het behandelen?
Vanaf een bepaalde leeftijd beginnen onze geliefde huisdieren ziekten en aandoeningen te ontwikkelen. Heupdysplasie komt vaak voor bij bepaalde hondenrassen. Het is een erfelijke aandoening, die de botten treft en niet bij de geboorte ontdekt kan worden. Lees hieronder wat het precies is en hoe het behandeld kan worden.
Wat je moet weten over heupdysplasie bij honden
Heupdysplasie tast de botten aan en komt het meer voor bij honden van acht jaar of ouder, hoewel het kan beginnen wanneer een hond slechts een paar maanden oud is. Het is degeneratief bij honden, dat betekent dat het steeds erger wordt. Het komt door een misvorming in het heupgewricht.
Het kan de volgende problemen veroorzaken:
- kreupelheid
- pijn
- moeite met lopen, zitten en trappen lopen
Het is meestal bilateraal, wat betekent dat het beide achterpoten in gelijke mate beïnvloedt. De ziekte komt vaker voor bij grote rassen, zoals Duitse herders, dobermanns, labrador retrievers, boxers, dalmatiërs en Ierse setters.
Honden die snel aankomen lopen ook risico. Daarom zijn externe factoren van belang, zoals voeding, gebrek aan beweging en overgewicht.
De belangrijkste oorzaak van de ziekte is echter genetisch bepaald. Een puppy zonder de dysplasie-genen zal het nooit ontwikkelen, zelfs niet als de hond gedurende zijn leven aankomt. Er zijn verschillende gradaties van ernst, afhankelijk van de hoek tussen de twee femurkoppen, namelijk:
- mild: tussen 100° en 105°
- matig: tussen 90° en 100°
- ernstig: minder dan 90°
Hoe kun je heupdysplasie bij honden behandelen?
Hoewel een dierenarts na het maken van röntgenfoto’s de diagnose zal stellen, kan een baasje de symptomen al wel hebben gezien. Je zult het misschien merken aan de volgende dingen:
- moeite met staan na urenlang liggen
- overmatige vermoeidheid zonder duidelijke reden
- het weigeren om trappen te beklimmen of bepaalde activiteiten uit te voeren (bijvoorbeeld springen)
- heel langzaam lopen
- lopen met de heupen “lager” dan gebruikelijk
Zodra de dierenarts de ziekte vaststelt, kan hij of zij verschillende behandelingen aanbevelen om de spieren te versterken of te ontspannen. De behandeling omvat ook een therapie om de pijn te verlichten en de progressie te vertragen. Hieronder beschrijven we de mogelijke behandelingen.
1. Massages
Als je hond uit pijn weigert een van zijn poten te gebruiken, kan dit leiden tot spieratrofie. Om dit probleem tegen te gaan, kun je hem massages geven om het herstel van de spieren te bevorderen en de ruggengraat bij te stellen. Masseer langs beide kanten van de ruggengraat van je hond waarbij je enige druk uitoefent, maar niet genoeg om hem pijn te doen.
2. Passieve strekoefeningen
Na een operatie voor heupdysplasie moet de eigenaar passieve oefeningen uitvoeren op de hond om het bewegingsbereik in het been te helpen herstellen. Terwijl je hond stil ligt, voer je een lichte massage uit en strek je vervolgens het aangetaste been. Daarna draai en buig je het voorzichtig.
3. Actieve oefeningen
Voor het tweede deel van de postoperatieve behandeling zal je hond al in staat zijn om zelf te bewegen, zij het langzaam en met hulp. Dit is het doel van stabiliserende oefeningen.
Zoals de naam al doet vermoeden, helpen ze je hond om zelf te lopen. Ze bestaan uit korte, langzame wandelingen waarbij je je hond van achteren (rond de taille) vasthoudt om te voorkomen dat hij opzij valt.
4. Hydrotherapie en fysiotherapie
Beide kunnen zeer nuttig zijn wanneer een hond heupdysplasie heeft. Hydrotherapie is perfect voor harige waterliefhebbers zoals labradors, want zonder het te beseffen versterken ze hun spieren en vergroten ze het bewegingsbereik in hun gewrichten zonder ze te overbelasten. Fysiotherapie heeft vergelijkbare effecten en moet door een deskundige worden uitgevoerd.
Bron van de uitgelichte afbeelding: Matt Chan.
Deze tekst wordt alleen voor informatieve doeleinden aangeboden en vervangt niet het consult bij een professional. Bij twijfel, raadpleeg uw specialist.