Alles over het gedrag van de kleine panda

Ondanks zijn bijnaam heeft de kleine panda weinig met de gigantische zwart-witte beer te maken met wie hij zijn naam en habitat deelt. Kleine panda’s lijken veel meer op marterachtigen dan op leden van de berenfamilie.

Hun taxonomie is altijd een grote uitdaging voor wetenschappers geweest, aangezien ze in de familie Procyonidae waren ingedeeld en ook in de familie Ursidae (beren). Momenteel behoren ze echter tot hun eigen familie, de familie Ailuridae, waarvan ze het enige lid zijn. Blijf lezen om meer over deze zoogdieren te weten te komen.

Is de kleine panda een beer of een wasbeer?

De kleine panda, ook wel rode panda genoemd, leeft in de hooggelegen bamboebossen van de Nepalese bergen, het noorden van Birma (tussen 670 en 4.800 meter hoogte) en de centrale regio’s van China.

Dit dier heeft ongeveer de grootte van een huiskat, zonder rekening te houden met zijn staart, die bijna 50 centimeter langer is dan het lichaam van het dier.

Kleine panda’s hebben roodbruin haar en hun gezichten hebben witte vlekken die, samen met hun gestreepte staarten, ook aan wasberen doen denken. Dankzij hun gezichtsmarkeringen is het mogelijk onderscheid tussen de verschillende individuen te maken.

Hun klauwen zijn intrekbaar en ze hebben een valse duim, net als pandaberen. Dit is eigenlijk geen zesde vinger, maar eerder een verlengstuk van de botten van de pols waardoor het gemakkelijker wordt om bomen te grijpen.

Leven in de bomen

Deze dieren brengen het grootste deel van hun tijd in de bomen door en ze slapen zelfs in bomen. Ze kunnen zich opkrullen en hun gezicht met hun staart bedekken of ze slapen met hun benen gestrekt.

Dit laatste is een zeer karakteristieke positie die op veel foto’s van de soort voorkomt. De kleine panda kan bovendien het grootste deel van de dag slapen. Tot wel 15 uur per dag. Panda’s zijn uitstekende klimmers en zijn erg wendbaar in de bomen.

Deze zoogdieren zijn ‘s nachts en bij zonsopgang het meest actief, dat is wanneer ze op zoek gaan naar voedsel. Aangezien ze alleseters zijn, voeden ze zich met:

• Bamboe
• Fruit
• Eikels
• Wortels
• Eieren
• Insecten
• En kleine dieren zoals hagedissen, babyvogels en knaagdieren.

Het gedrag van de kleine panda

Kleine panda’s markeren hun territorium door middel van afscheidingen van hun anale klieren. Ze communiceren door middel van hoge vocalisaties.

Dit zijn solitaire dieren die je alleen in de paartijd, in de winter, samen zult zien. Hun jongen worden in de lente en de zomer geboren en nesten bestaan meestal uit één tot vier baby’s.

Vrouwtjes bouwen hun volgende in holle stammen en scheuren in rotsen. Daar blijven ze ongeveer negentig dagen na de bevalling met hun jongen beschut zitten. Moeders zorgen voor jonge kleine panda’s tot ze zes maanden oud zijn en mannetjes nemen geen deel aan hun opvoeding.

De levensverwachting van de kleine panda is tussen de acht en tien jaar. In gevangenschap kunnen ze echter wel vijftien jaar oud worden.

Veel dierentuinen over de hele wereld werken samen als onderdeel van een wereldwijd plan voor reproductie in gevangenschap. Deze dierentuinen wisselen ook exemplaren uit om de genetische diversiteit van deze soort te vergroten.

Een van de problemen bij het fokken van kleine panda’s in gevangenschap is de hoge kindersterfte. De kunstmatige opvoeding van dieren die door hun ouders zijn afgestoten is daarom een belangrijk onderdeel van het programma. Op dezelfde manier hecht het programma bijzonder belang aan het onderzoek naar de oorzaken van hoge sterftecijfers.

De meest voorkomende ziekten (Engelse link) die experts hebben waargenomen bij exemplaren in dit programma zijn hondenziekte, parvovirus, hondsdolheid, toxoplasmose en leptospirose.

De staat van instandhouding van de kleine panda

De kleine panda is gezien het verminderde aantal exemplaren in het wild een bedreigde diersoort die met uitsterven wordt bedreigd. Helaas is momenteel de tendens dat hun populatie afneemt.

Zoals vaak het geval is, zijn de mensen verantwoordelijk voor deze realiteit. Factoren zoals de vernietiging van hun leefgebied voor landbouw, ontbossing en stroperij zijn allemaal de schuld hieraan.

Er zijn bovendien zo weinig wilde kleine panda’s dat inteelt een factor is die aanwezig is bij de soorten. Dit vormt als het om hun instandhouding gaat nog een ander probleem.

Zoals je kunt zien, is de kleine panda een innemend zoogdier met een schattig uiterlijk dat je meteen voor zich zal winnen. Ongeacht hoe hij eruit ziet, elke soort verdient onze beschermingsinspanningen.

Onderzoek en fokken in gevangenschap zijn voor het voortbestaan van de kleine panda en vele andere soorten die zich in dezelfde situatie bevinden essentieel.