Maak kennis met het gedrag van een roedel wolven
Geschreven en geverifieerd door de dierenarts Eugenio Fernández Suárez
Misschien heeft het te maken met de manier waarop wolven al duizenden jaren met mensen samenleven. Het kan ook wegens hun gedeelde voorgeschiedenis met honden zijn (honden zijn tenslotte de beste vriend van de mens). Laten we dus eens kijken hoe een roedel wolven zich gedraagt.
Een kudde dieren zijn normaal gesproken gewoon dieren die samen in een groep trekken. Tussen deze hondachtigen ontwikkelen zich echter belangrijke relaties. Een roedel wolven heeft een specifieke hiërarchie. Ze moeten eigenlijk samenwerken om hun prooi te doden.
Niet alle wolven zijn gelijk
Wolven leven overal op de planeet. Tegenwoordig zijn de wolvenpopulaties echter kleiner. Dit heeft te maken met mensen. Het dalende aantal wolven is specifiek het resultaat van conflicten tussen wolven en veehouders.
Als gevolg van het enorme ecologische succes van wolven zijn er vele ondersoorten. Toch bestaat er een algemene overeenstemming dat er ongeveer 14 belangrijke ondersoorten zijn.
Deze ondersoorten hebben meerdere verschillen. Dit is ook de reden dat een wolf in het volwassen stadium in gewicht kan variëren van 10 tot 70 kg.
De grote verscheidenheid tussen de verschillende ondersoorten op vlak van het gewicht is de reden waarom sommige wolven op grotere dieren jagen. Het resultaat is dat ze grotere roedels nodig hebben om met succes deze opdracht te voltooien.
In de Verenigde Staten bijvoorbeeld heeft men een roedel wolven gezien bestaande uit 30 exemplaren. Het is bovendien normaal dat deze ondersoort van wolven zich organiseert in groepen van 20 wolven.
Kleinere soorten zoals de Iberische wolf (Canis lupus signatus) vormen echter roedels van maximum 7 dieren. Hiermee willen we zeggen dat het aantal wolven in een roedel afhankelijk is van de ondersoort. Het varieert ook enorm.
De mythe van de alfawolf
De algemene cultuur verklaart het sociale leven van wolven vaak aan de hand van de figuur van de alfawolf. Deze wolf bereikt de top van de hiërarchie in de roedel door zijn lichamelijke superioriteit over de rest van de mannetjes in de roedel te tonen.
De waarheid is echter dat deskundigen die overal ter wereld wolven bestuderen, het populaire idee van het alfamannetje in twijfel trekken.
David Mech is één van de grootste experts van deze soort. Hij heeft tijdens zijn onderzoeken in de jaren ’60 de term verzonnen. Nu verwerpt ook hij het gebruik van de term.
De studies van Mech waren gebaseerd op kunstmatige roedels wolven die zich in gevangenschap ontwikkelden. Het ging dus niet over de manier waarop roedels in het wild ontstaan.
Overal ter wereld trekken deskundigen in deze diersoort het populaire idee van het alfamannetje in twijfel.
Een roedel wolven of een familie wolven?
Volgens Mech zou het veel gepaster zijn om over het fokken van mannelijke en vrouwelijke dieren te spreken. De leider van een roedel wolven is niet de wolf die de rest verslaat. Het is eerder de wolf die zich voortplant. Eigenlijk is er niet veel concurrentie. De rest van de roedel zijn immers meestal de nakomelingen van het ouderpaar.
Dit betekent dat een roedel wolven nooit ophoudt met een familiegroep te zijn. Sommige ouders leven samen met hun nest tot de nakomelingen klaar zijn om hun leven alleen te vervolgen. Wolven hebben tussen de 3 en 8 jongen per nest. Dit is voldoende om een roedel te stichten die alleen uit de eigen nakomelingen bestaat.
In groepen in gevangenschap zullen er echter wel alfawolven zijn. Hier zijn de wolven immers geen familie. In het wild kan de figuur van het alfamannetje ook bij grote roedels optreden. Dit is bijvoorbeeld het geval in Yellowstone.
Om dergelijke grote groepen te vormen zijn meerdere ouderparen nodig. Dit betekent dus dat er tussen hen sprake van concurrentie kan zijn.
Wolven hebben per nest 3 tot 8 jongen. Dit is dus voldoende om een roedel te stichten met hun eigen nakomelingen.
De samenwerking binnen een roedel wolven
In grote roedels is de groepsstrategie de sleutel. De wolf zal verschillende strategieën gebruiken om de snelle zoogdieren in te halen waarop ze meestal jagen. In de zomer zullen ze hun prooi bijvoorbeeld vaak opjagen naar rotsachtige gebieden, moerassen of rivieren.
In de winter gebeurt het tegenovergestelde. De eenvoudige aanwezigheid van een wolf kan een hert genoeg zenuwachtig maken om in de sneeuw vast te blijven zitten. Over deze grote roedels is bekend dat ze achter grote prooien gaan, zoals bijvoorbeeld de angstaanjagende Amerikaanse bizon.
In een roedel wolven gedragen jonge wolven zich vaak gewoon als toeschouwers, om te leren. Er zijn geen vastgelegde rollen. Toch profiteren wolven bij de jacht van hun lichamelijke verschillen. We zullen bijvoorbeeld zien dat de vrouwtjes die lichter zijn, meestal de stormloop leiden.
De mannetjes zijn zwaarder. Zij zijn meestal de wolven die de prooi opjagen zodra die gedesoriënteerd raakt. We merken hier opnieuw op dat de rol van de “alfa” een fabeltje is. De wolven lijken eigenlijk niet onder het bevel van een specifieke wolf te handelen. Elke wolf weet wat hij moet doen wanneer het moment gekomen is.
Deze tekst wordt alleen voor informatieve doeleinden aangeboden en vervangt niet het consult bij een professional. Bij twijfel, raadpleeg uw specialist.