Kenmerken van de Tasmaanse tijger
Geschreven en geverifieerd door de biologe Natalia Laguna
De Tasmaanse tijger, ook bekend als buidelwolf, thylacine of Tasmaanse wolf was een buidelzoogdier dat tot in de 20e eeuw op aarde leefde.
Dit merkwaardige dier kwam oorspronkelijk uit Australië, Tasmanië en Nieuw-Guinea, en was het laatste levende lid van het geslacht Thylacinus. De fossielen van deze soort dateren uit het Holoceen. Zijn verwanten verschenen echter eerder, tijdens het Mioceen.
Het begin van het uitsterven van de thylacine begon in Australië, maar ze konden overleven samen met de Tasmaanse duivel, hun naaste levende verwant (Engelse link). De Tasmaanse tijger was een superroofdier, net als de placentale wolven. Het is echter een buideldier, en heeft dus geen fylogenetische verwantschap met kanachtigen.
Dankzij convergente evolutionaire processen heeft hij een vergelijkbaar uiterlijk en aanpassingen als wolven. Dat wil zeggen, de kenmerken van beide evolueerden onafhankelijk van elkaar, maar gezien hun vergelijkbare levensstijl en predatie ontwikkelden ze onderling vergelijkbare morfologische aanpassingen.
Kenmerken van de Tasmaanse tijger
Morfologie
Ondanks dat de Tasmaanse tijger een uitgestorven dier is, vertegenwoordigt hij een van de weinige gevallen waarin er een morfologisch verslag van kon worden gemaakt. Ze waren voor hun uitsterven aanwezig in de moderne samenleving.
- Dit dier heeft een stijve staart die lijkt op die van kangoeroes en de punt bij jonge exemplaren heeft een kuif.
- Volwassen dieren waren tussen de 39 en 71 centimeter lang, 24 centimeter hoog en wogen tussen de 44 en 66 pond.
- Hun vacht was kort, dik, glad en geelbruin.
- Ze hadden ongeveer 13 tot 21 strepen verdeeld over rug, romp en staart, beter zichtbaar bij jonge exemplaren.
- Ze hadden afgeronde en rechtopstaande oren van ongeveer 3 centimeter
- Er was een zeker seksueel dimorfisme wat betreft grootte, en ook hadden de vrouwtjes een buidel met 4 borsten.
- Hun kaken waren krachtig met een grote openingshoek vanwege hun roofzuchtige aard
- Ten slotte hadden hun achterpoten 4 tenen, in plaats van 5, zoals bij de voorpoten, die intrekbaar waren.
De Tasmaanse tijger wordt vaak vergeleken met een hyena vanwege zijn houding en algemene gedrag.
Het gedrag van de Tasmaanse tijger
Er zijn niet veel gegevens over het gedrag van de Tasmaanse tijger, onderzoekers hebben ze alleen in gevangenschap en overdag kunnen bekijken. Dit is een soort ironie, want het waren nachtdieren. Daarom zijn de geregistreerde gegevens over het gedrag in het wild schaars en anekdotisch, en zijn ze altijd geëxtrapoleerd naar het gedrag van de Tasmaanse duivel.
Dit dier sluipt in een straal van 25 tot 50 mijl in zijn natuurlijke omgeving, maar het was niet territoriaal. Ze jaagden tijdens de schemering en zochten overdag hun toevlucht in kleine grotten of stammen van kleine bomen in het bos of de heuvels.
De eerste waarnemers van de Tasmaanse tijger beschreven het gedrag van dit dier als:
- Schuw in aanwezigheid van mensen, hoewel sommige exemplaren meer nabijheid vertoonden; bovendien beweerden Australische aboriginals dat ze er af en toe een paar hebben zien zwemmen.
- Ze maakten een reeks keelgeblafjes als ze zich klaarmaakten om te jagen, waarschijnlijk om te communiceren met andere leden van de groep. Ze gromden en sisten ook als ze bedreigd werden en onderzoekers namen zelfs een geeuw waar die ze interpreteerden als een bedreiging.
De waarnemers geloofden dat ze bij de jacht vooral vertrouwden op hun zicht en gehoor. Ze dachten namelijk dat hun reukkwabben niet bijzonder verfijnd waren.
Ook duurde het broedseizoen het hele jaar door, maar voornamelijk in de lente en de zomer. De jongen bleven tot 3 maanden na de geboorte in de buidel van hun moeder. Ze bleven in de grot terwijl de moeder jaagde, maar zodra ze de buidel verlieten, waren ze groot genoeg om voor zichzelf te zorgen.
Onderzoekers bestudeerden hun bewegingsfunctie tijdens hun observaties van hen in gevangenschap. Wat ze ontdekten is dat de Tasmaanse tijger nogal onhandig was als ze liepen. Ze denken dus dat deze dieren niet in staat waren om snel te lopen. Ze merkten echter ook op dat hun tweevoetige sprong lijkt op die van een kangoeroe.
Dieet
De Tasmaanse tijger was uitsluitend carnivoor. Hun maag had een grote spierlaag die ze konden uitrekken. Mogelijk was dit een aanpassing om grote hoeveelheden voedsel te kunnen verzamelen gedurende lange perioden waarin voedsel schaars was.
Hun voornaamste prooien waren kangoeroes, wallaby’s, wombats, vogels en kangoeroeratten.
Uitsterven
De Tasmaanse tijger is ongeveer 80 jaar geleden uitgestorven. Het laatste exemplaar stierf in gevangenschap in 1936.
De jacht op dit dier in de Australische gebieden droeg bij aan zijn uitsterven. Recente wetenschappelijke studies toonden echter aan dat de Tasmaanse tijger gedoemd was uit te sterven, zoals blijkt uit zijn DNA-gegevens.
Dit is misschien schokkend, maar de genetische diversiteit van dit dier vertoonde een drastisch afnamepatroon, zelfs voordat de mensen op hem begonnen te jagen. In de natuur vertaalt deze afname van genetische variabiliteit op lange termijn zich in een grotere kwetsbaarheid voor veranderingen in het milieu. Uiteindelijk zal dit leiden tot uitsterven.
Alle aangehaalde bronnen zijn grondig gecontroleerd door ons team om hun kwaliteit, betrouwbaarheid, actualiteit en geldigheid te waarborgen. De bibliografie van dit artikel werd beschouwd als betrouwbaar en wetenschappelijk nauwkeurig.
- Berns, G. S., & Ashwell, K. W. (2017). Reconstruction of the cortical maps of the Tasmanian tiger and comparison to the Tasmanian devil. PLoS One, 12(1), e0168993.
- Feigin, C. Y., Newton, A. H., Doronina, L., Schmitz, J., Hipsley, C. A., Mitchell, K. J., … & Pask, A. J. (2018). Genome of the Tasmanian tiger provides insights into the evolution and demography of an extinct marsupial carnivore. Nature Ecology & Evolution, 2(1), 182-192.
Deze tekst wordt alleen voor informatieve doeleinden aangeboden en vervangt niet het consult bij een professional. Bij twijfel, raadpleeg uw specialist.