De Goldendoodle: informatie over dit ras
Hoewel hij niet als een officieel ras beschouwd wordt, is de Goldendoodle, in Australië ook wel Groodle genoemd, een van de kruisingen die het meest aan populariteit winnen in huizen in vooral de Verenigde Staten en Australië. Zijn grootste aantrekkingskracht is zijn mengeling van intelligentie en vriendelijkheid, eigenschappen die van zijn oorspronkelijke rassen afkomstig zijn.
Wil je meer weten over deze kruising tussen de poedel en de golden retriever? Hier kom je alles te weten over de oorsprong van dit ras, en ook over zijn algemene temperament en de verzorging die het nodig heeft. Mis het niet.
Oorsprong van de Goldendoodle
Fokkers begonnen deze dieren in de jaren 1990 op de markt te brengen. Ze zochten een ras dat leek op de Labradoodle (een kruising tussen een labrador en een poedel), maar met minder haaruitval. De poedel staat erom bekend dat hij heel weinig vacht verhaart, een gunstige situatie voor mensen met allergieën.
Zo brengt de Goldendoodle alle intellectuele vermogens van de golden retriever, naast zijn minzame karakter, samen met de toevoeging van de weinige haaruitval van de poedel. Bovendien is zijn uiterlijk heel eigenaardig en veel mensen vinden hem schattig vanwege de kenmerken waarover we je in het volgende deel vertellen.
Kenmerken van de Goldendoodle
Het gewicht en de hoogte van een Goldendoodle hangen grotendeels af van hun afkomst, want de poedel varieert in dit opzicht meer dan de golden retriever. Dezelfde situatie doet zich voor met hun vachtkleuren, want de poedel kan in verschillende tinten komen die in sterkere mate de vacht van hun nakomelingen bepalen, terwijl de golden retriever altijd een karakteristieke gouden kleur heeft.
De levensverwachting van de Goldendoodle is van 12 tot 15 jaar.
Een merkwaardig feit over deze honden is dat hun puppy’s glad en recht haar hebben, dat lijkt op dat van de Golden retriever, maar het krult als het groeit en golvend wordt of pijpenkrullen produceert. Ze hebben twee lagen haar, met een kortere ondervacht om ze tegen de kou te beschermen.
Vrouwtjes zijn veel kleiner dan mannetjes, met een gemiddeld verschil van 5 centimeter in hoogte tussen de geslachten. Als volwassen dieren zijn Goldendoodles slanke honden, met langgerekte ledematen, een korte staart, en een lange dunne kop.
Temperament
Dit ras is beroemd om zijn evenwichtige, gezellige, aanhankelijke, en erg lieve karakter. Hij kan perfect samenleven met andere diersoorten, ook met mensen (want hij schiet goed op met kinderen). Omdat het een hond is die bijna nooit iemand zal afwijzen, en een die een zeer sterke band met zijn beschermer vormt, mag hij niet voor lange tijd alleen gelaten worden.
De Goldendoodle is een actieve en intelligente hond. Hij geniet van lange wandelingen, sport en spelletjes, zowel met speelgoed als met zijn beschermers. Bovendien leert hij met verbazingwekkend gemak kunstjes en nieuwe activiteiten.
Speciale verzorging
Behalve dat hij grote voordelen van de poedel en Golden Retriever krijgt, erft de Goldendoodle ook bepaalde speciale behoeften. De belangrijkste daarvan staan hieronder opgesomd:
- Dieet. Ze zijn vatbaar voor vraatzucht en zwaarlijvigheid. Ze moeten droogvoer van goede kwaliteit eten in porties die overeenkomen met hun ideale gewicht.
- Beweging. De Goldendoodle heeft meerdere wandelingen per dag nodig, en ook het meedoen aan zeer actieve spelletjes. Het is een ideale hond voor atleten en mensen die van uitstapjes in de natuur en lange wandelingen houden. Behendigheid is ook een goede optie.
- Haarverzorging. Ook zijn haar heeft speciale aandacht nodig, want de dubbele laag en de krullen zijn synoniem met klitten. Het moet minstens een keer per dag geborsteld worden om de vorming van knopen te voorkomen.
- Baden. De Goldendoodle kan min of meer elke maand een bad nemen, afhankelijk van zijn activiteit en het gebied waar hij loopt (bijvoorbeeld in het open land, waar hij vuiler wordt).
- Psychologische behoeften. Zoals hierboven vermeld, is de Goldendoodle een gezellige en aanhankelijke hond. Je kunt hem niet de hele dag alleen laten, want dan loop je het risico op verlatingsangst. Bovendien maken zijn hoge activiteit en intelligentie omgevingsverrijking noodzakelijk om te voorkomen dat hij zich gaat vervelen.
Gezondheid
Deze kruisingen zijn vatbaar voor dezelfde gezondheidsproblemen als hun voorouders. De meest typische problemen die je bij deze honden vindt zijn:
- Heupdysplasie. Dit treft vooral grote Goldendoodles. Bij deze pathologie komt de kop van het dijbeen uit het acetabulum, de holte waarin het opgevangen wordt om het heupgewricht te vormen. Deze aandoening vindt zijn oorsprong bij golden retrievers.
- Ziekte van Von Willerbrand (Engelse link). Bij deze ziekte faalt de stollingsfactor VII, waardoor de manier waarop bloedplaatjes zich binden om een wond te genezen beïnvloed wordt.
- Oogproblemen. Net als bij de vorige ziekte worden oogproblemen rechtstreeks van poedels geërfd. Enkele van de meest typische ziekten die bij de Goldendoodle voorkomen zijn cataract, progressieve netvliesatrofie, of glaucoom.
- Atopische dermatitis. Dit komt niet veel voor als de vacht van het dier in goede conditie gehouden wordt.
- Convulsies en epilepsie.
- Patella luxatie.
- Otitis. De grote hoeveelheid haar in hun oren en hun liefde voor zwemmen kunnen bij deze honden oorontstekingen veroorzaken.
Als je een van deze honden wilt adopteren, zorg er dan voor dat je aan alle voorwaarden voldoet om hem een goed thuis en kwaliteit van leven te geven. Het spreekt vanzelf dat de Goldendoodle je zeker een goed leven zal geven, en je zult merken dat zijn heerlijke karakter en eindeloze energie je dagelijkse leven met echt gedenkwaardige momenten zullen vullen.
Alle aangehaalde bronnen zijn grondig gecontroleerd door ons team om hun kwaliteit, betrouwbaarheid, actualiteit en geldigheid te waarborgen. De bibliografie van dit artikel werd beschouwd als betrouwbaar en wetenschappelijk nauwkeurig.
- Shouldice, V. L., Edwards, A. M., Serpell, J. A., Niel, L., & Robinson, J. A. B. (2019). Expression of behavioural traits in Goldendoodles and Labradoodles. Animals, 9(12), 1162.
- Sadler, J. E. (1994). A revised classification of von Willebrand disease. Thrombosis and haemostasis, 71(04), 520-525.
Deze tekst wordt alleen voor informatieve doeleinden aangeboden en vervangt niet het consult bij een professional. Bij twijfel, raadpleeg uw specialist.