Logo image
Logo image

Syndroom van Horner bij honden: symptomen, diagnose en preventie

5 minuten
Het syndroom van Horner heeft meestal geen bekende oorzaken en de tussenkomst van een neuroloog is nodig voor de juiste diagnose en behandeling.
Syndroom van Horner bij honden: symptomen, diagnose en preventie
Ana Díaz Maqueda

Geschreven en geverifieerd door de biologe Ana Díaz Maqueda

Laatste update: 21 december, 2022

Het syndroom van Horner bij honden is een pathologie (Engelse link) die de zenuwen aantast die het oog met de hersenen verbinden, en ook de gezichtsspieren. Meestal manifesteert het zich slechts aan één kant van het gezicht, maar in zeldzame gevallen kan het bilateraal zijn.

Hoewel het een ziekte is die bij elk hondenras kan voorkomen, hebben golden retrievers en cocker spaniels een hogere incidentie van deze ziekte. In de volgende regels vertellen we je wat de oorzaak van deze kwaal is, wat de meestvoorkomende klinische verschijnselen zijn, en welke preventiemogelijkheden er zijn.

Wat is het syndroom van Horner?

Het syndroom van Horner is eigenlijk een groep van afwijkingen die de beweging van bepaalde gezichtsspieren beïnvloeden. Dit wordt veroorzaakt door een storing in de zenuwen die deze bewegingen regelen, zodat ze grillig en overdreven worden.

Oorzaken van het syndroom van Horner bij honden

Het syndroom van Horner bij honden ontstaat als enkele van de zenuwen die van het oog naar de hersenen gaan, beschadigd zijn. Hoewel er veel factoren zijn, zijn er 3 ‘veel voorkomende verwondingen die het syndroom kunnen veroorzaken. We geven ze hieronder aan.

1. Centrale laesie (eerste-orde)

Bij een centraal letsel wordt de zenuw ergens beschadigd voordat hij het ruggenmerg verlaat. De meestvoorkomende oorzaken die dit uitlokken zijn tumoren in het merg, hersentumoren, of trauma in deze regio. Behalve het syndroom van Horner kunnen ook andere neurologische verschijnselen optreden, zoals motorische incoördinatie of hoofdkanteling.

Dit soort letsel kan optreden als gevolg van sommige trauma’s, infarcten, neoplasma’s, of ontstekingsziekten. Het is echter vrij zeldzaam dat deze aantastingen van het zenuwstelsel het syndroom van Horner veroorzaken.

Some figure

2. Preganglionische laesie (tweede-orde)

De schade is ontstaan in de zenuwen die van de medulla naar de synaps -de verbinding tussen het ene neuron en het andere- leiden. Deze laesie ontstaat door trauma in de nek, tumoren in de cervicale regio, infarcten, of ontstekingsprocessen. Het is ook mogelijk dat dit soort beschadiging ontstaat als gevolg van thoracale operaties, wurgwonden, of beten.

3. Postganglionische laesie (derde-orde)

De laesie ontstaat tussen de synaps en het oog. De meestvoorkomende oorzaken van dit soort letsel zijn het met te veel kracht schoonmaken van het oor van de hond of verwonding van het middenoor van het dier. De meeste postganglionische laesies hebben echter een onbekende oorzaak.

De meeste honden met het syndroom van Horner hebben postganglionische laesies. In feite wordt een groot deel van de gevallen veroorzaakt door een otitis, want neoplasmen en verwondingen in dit deel van het oor hebben niet de neiging problemen met de zenuwen te veroorzaken.

Klinische symptomen van het syndroom van Horner bij honden

De klinische symptomen van het syndroom van Horner lijken sterk op die van andere oculaire pathologieën. Om een goede diagnose te stellen is de tussenkomst van een dierenarts gespecialiseerd in neurologie absoluut noodzakelijk.

De opvallende verschijnselen bij honden die aan de pathologie lijden zijn geconcentreerd in het aangetaste oog en ook in de aangrenzende regio in sommige gevallen. Enkele van de meest voorkomende zijn de volgende:

  • Hangend ooglid.
  • Samengetrokken pupil of miosis
  • Verzakking van het oog of enophthalmos.
  • Blootliggend of verzakt derde ooglid, ook wel conjunctivale hyperemie genoemd.
  • Warme pinna (zeldzaam).

Veel neurologische laesies of het effect van bepaalde geneesmiddelen kunnen deze zelfde klinische verschijnselen veroorzaken. Daarom is het van cruciaal belang dat naast de gewone dierenarts ook een neuroloog het huisdier onderzoekt.

Gespecialiseerde diagnose

Elke dierenarts kan het syndroom diagnosticeren op basis van klinische verschijnselen. Maar omdat deze bij meerdere pathologieën kunnen voorkomen, is het van cruciaal belang uit te zoeken wat er op neurologisch niveau aan de hand is en waar de laesie is ontstaan.

In het algemeen schat men dat ongeveer de helft van de gevallen van het syndroom van Horner bij honden idiopathisch van oorsprong is. Dit betekent dat er geen sluitende oorzaak is, want de schade kan het gevolg zijn van verschillende pathologieën of eerdere laesies.

Het geneesmiddel dat gebruikt wordt om de diagnose te stellen is fenylefrine. Er worden een paar druppels in het oog toegediend en als alle tekenen en symptomen verdwijnen, is de schade op postganglionisch niveau opgetreden. Reageert het oog niet, dan zijn andere diagnostische tests nodig.

Röntgenfoto’s van de borst, bloedonderzoek, andere farmacologische tests, en zelfs een MRI kunnen nodig zijn om de laesie te vinden die het syndroom veroorzaakt. Als de afwijking gevonden is, is het tijd om de gang van zaken en mogelijke behandelingen te bepalen.

Behandeling en preventie van het syndroom van Horner bij honden

De behandeling van het syndroom hangt af van de plaats waar het neurologische letsel is opgetreden. Meestal is behandeling niet van levensbelang, want het lichaam heeft de capaciteit om deze schade zelf op te vangen. In het geval van tumoren is de prognose echter gereserveerd en kan chirurgisch ingrijpen of het toedienen van chemotherapeutica nodig zijn.

Wanneer de oorsprong van de zenuwbeschadiging te wijten is aan een otitis, een ziekte van de wervelkolom, of een ontstekingsproces, is het eerste wat men doet deze aantasting onder controle te krijgen.

Vervolgens worden medicijnen toegediend om de symptomen onder controle te houden, zoals fenylefrine, en ook kunsttranen om de smering van het oog op peil te houden. Meestal verdwijnt het syndroom in deze situaties na ongeveer 6 maanden.

De meeste gevallen van honden die aan het syndroom van Horner lijden hebben een idiopathische oorzaak. Dit betekent dat niet bekend is wat het syndroom veroorzaakt heeft en dat het gewoon van de ene dag op de andere verschijnt. Zoals je je kunt voorstellen maakt dit de behandeling erg ingewikkeld. De prognose hangt af van hoe de hond op de medicijnen reageert.

Some figure

Af en toe kan de hond in de nekstreek gebeten zijn of tijdens een gevecht een hevige verwonding opgelopen hebben. Ook dit kan het syndroom veroorzaken. Mettertijd en als de verwonding genezen is, zal het syndroom verdwijnen. In alle gevallen zijn regelmatig dierenartsbezoek en goede gezondheid van ogen en oren de beste preventie.


Alle aangehaalde bronnen zijn grondig gecontroleerd door ons team om hun kwaliteit, betrouwbaarheid, actualiteit en geldigheid te waarborgen. De bibliografie van dit artikel werd beschouwd als betrouwbaar en wetenschappelijk nauwkeurig.


  • Boydell, P. (2000). Idiopathic horner syndrome in the golden retriever. Journal of neuro-ophthalmology: the official journal of the North American Neuro-Ophthalmology Society, 20(4), 288-290.
  • Herrera, H. D., Suranit, A. P., & Kojusner, N. F. (1998). Idiopathic Horner’s syndrome in collie dogs. Vet Ophthalmol, 1(1), 17-20.
  • Morgan, R. V., & Zanotti, S. W. (1989). Horner’s syndrome in dogs and cats: 49 cases (1980-1986). Journal of the American Veterinary Medical Association, 194(8), 1096-1099.
  • Simpson, K. M., Williams, D. L., & Cherubini, G. B. (2015). Neuropharmacological lesion localization in idiopathic H orner’s syndrome in Golden Retrievers and dogs of other breeds. Veterinary ophthalmology, 18(1), 1-5.
  • Raschia, A., Suarez, S. & Alvarez, M. (2016) Síndrome de Horner producido por linfoma mediastínico en un canino. (Trabajo de grado, UNCPBA).
  • Martín, I. (2021) Estudio de los Síndromes de Horner y Key-Gaskell en el perro y en el gato. (Trabajo de Grado, Universidad Zaragoza).

Deze tekst wordt alleen voor informatieve doeleinden aangeboden en vervangt niet het consult bij een professional. Bij twijfel, raadpleeg uw specialist.