Escherichia coli: de bacterie van zoogdieren
Geschreven en geverifieerd door de biologe María Muñoz Navarro
Je hebt ongetwijfeld wel van escherichia coli (E. coli) gehoord. Misschien heb je zelf onder het ongemak geleden dat het veroorzaakt, of ken je iemand die het heeft gehad. Wist je echter dat boerderijdieren dragers (reservoirs) van deze bacterie zijn?
E. coli wordt als de meest bestudeerde vrijlevende bacterie beschouwd. De meeste van de bestaande soorten leven in de dikke darm van zoogdieren en vogels. Ze veroorzaken geen ziekten bij deze dieren, maar helpen hen bij het uitvoeren van spijsverteringsprocessen.
Buiten het maag-darmkanaal veroorzaken ze echter infecties in weefsels en organen die kwetsbaar zijn voor de gifstoffen van pathogene stammen. Hieronder vertellen we je meer over deze interessante ziekteverwekker die zowel mensen als dieren kan treffen.
Escherichia coli: een ziekteverwekker
Er zijn meerdere serotypen die deze darmstoornissen kunnen veroorzaken. Een van de meest bestudeerde pathogene stammen tot nu toe is escherichia coli, een product van de gifstof shigatoxine of STEC. Dit type bacterie ervaart een optimale groei bij temperaturen tussen 7 ºC en 50 ºC.
Tot de STEC-stam behoort het serotype O157: H7, dat in verband werd gebracht met de ernstige hemorragische colitis (bloederige diarree) en hemolytisch uremisch syndroom (HUS) uitbraken die in 1983 in de Verenigde Staten en Canada plaatsvonden.
Bij mensen veroorzaakt een E. coli infectie buikpijn en diarree, gevolgd door koorts, braken en andere pijntjes en kwalen.
Reservoirs
STECS bewonen het darmkanaal en worden via de ontlasting van een grote verscheidenheid aan diersoorten uitgescheiden. Deze omvatten boerderijdieren (vee zoals schapen, geiten en varkens), maar ook andere zoogdieren (katten en honden) en vogels (kippen en kalkoenen). Koeien zijn het belangrijkste reservoir van zoönotische STEC.
Middelen van overdracht en de bron van infectie
Aangezien we het over een micro-organisme hebben dat in het spijsverteringskanaal wordt aangetroffen, verspreidt het zich via water en voedsel dat met ontlastingsafval is verontreinigd. De meeste van deze pathogene stammen zijn verantwoordelijk voor de symptomen van een darmontsteking.
Ze kunnen ook ernstigere aandoeningen veroorzaken, zoals het hemolytisch uremisch syndroom (HUS), dat optreedt wanneer de gifstof in de bloedbaan terechtkomt.
Bij vee is de belangrijkste infectiebron drinkwater, voedsel en ook de omgeving van een dier. Wilde dieren en gezelschapsdieren die in hetzelfde gebied als vee leven kunnen daardoor ook een drager zijn.
Bij mensen vindt de verspreiding van E-coli plaats via de orale fecale route. In een aantal gevallen waren huisdieren betrokken die de bacteriën via hun uitwerpselen naar hun baasjes verspreidden.
Het inslikken van fruit en groenten is een ander mogelijk besmettingsmiddel. Dit komt omdat ze op een bepaald moment tijdens hun groei of oogst in contact met de uitwerpselen van dieren kunnen zijn gekomen die de stam dragen.
Gezien al deze feiten vormt het eten van rauw of onvoldoende verhit vlees en zuivelproducten een gezondheidsrisico voor de mens en verhoogt het de kans op besmetting. Hetzelfde geldt voor het omgaan met besmet voedsel en het keukengerei en de oppervlakken die bij de bereiding worden gebruikt.
De behandeling van een escherichia coli-infectie
Het is een feit dat er voor de eliminatie van de E. coli-bacterie geen antibioticabehandeling bestaat. De beste manier van handelen is dus om voldoende vloeistof in het dieet van iemand op te nemen om uitdroging te voorkomen.
De mensen die het hemolytisch uremisch syndroom ontwikkelen, moeten in het ziekenhuis worden opgenomen. Ze zullen dan onder observatie moeten blijven om het verlies van elektrolyten en vloeistoffen te beheersen. Dit komt, omdat de aandoening ervoor zorgt dat de nieren hun functie verliezen.
Controle en preventie
De juiste beheersing van STEC bij vee moet zich voornamelijk op de bron van besmetting richten. Met andere woorden, het dierenreservoir. Dit betekent dus het nemen van de juiste maatregelen om de darmkolonisatie van deze bacteriën bij vee te verminderen:
- Inenting
- Het dieet van de dieren aanpassen
- Behandeling met probiotica
Wat de mens betreft, zijn preventieve maatregelen op een goede hygiëne gericht en het toepassen van de voedselveiligheidsaanbevelingen van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO):
- Was regelmatig je handen.
- Houd de ruimte waar je voedsel bereidt en kookt schoon.
- Was fruit en groenten goed.
- Vermijd de consumptie van rauw en onvoldoende verhit vlees en kaas.
- Kook voedsel op de juiste temperatuur om bacteriën te doden (minstens 71 ℃).
Preventie is de sleutel
Zoals we al zeiden, is E. coli een bacterie die ernstige ziekten veroorzaakt, zoals hemorragische colitis en hemolytisch uremisch syndroom.
We mogen echter niet vergeten dat de meeste van dit soort micro-organismen zowel deel uitmaken van ons lichaam als dat van dieren. Met andere woorden, ze helpen bij een groot aantal processen, zoals de opname van voedingsstoffen in de darmen.
Om de verspreiding van de pathogene stammen te voorkomen, moeten we dus een goede hygiëne in acht nemen en ons voedsel correct behandelen en bereiden.
Deze tekst wordt alleen voor informatieve doeleinden aangeboden en vervangt niet het consult bij een professional. Bij twijfel, raadpleeg uw specialist.