Dementie bij katten: hoe kun je ermee omgaan?
Net als bij mensen gaan huisdieren fysiek en soms ook mentaal achteruit. Daarom krijg je in het artikel van vandaag informatie over cognitieve disfunctie van katten. Iets wat algemeen bekend staat als dementie bij katten.
Tijd: onontkoombaar voor zowel mensen als huisdieren
Het verstrijken van de tijd veroorzaakt onvermijdelijke fysieke veranderingen bij katten. Zo kan het onder andere ook verwarring en desoriëntatie veroorzaken bij katachtigen.
Huiskatten leven gemiddeld 15 jaar. Echter, de eerste tekenen van dementie bij katten kunnen vanaf de leeftijd van 10 tot 11 jaar optreden. Dit is een veelvoorkomende aandoening bij katten die ouder zijn dan 15 jaar.
Als je vermoedt dat je kat aan deze aandoening lijdt, moet je direct naar de dierenarts gaan. Hij of zij zal je adviseren over de beste stappen die je kunt nemen, afhankelijk van de conditie van je kat.
Net als bij mensen kunnen katten geestelijk achteruitgaan naarmate ze ouder worden. Lees verder voor meer informatie over dementie bij katten.
Onomkeerbare achteruitgang die kan worden vertraagd
Een kat met cognitieve stoornissen verliest geleidelijk aan de controle over zijn lichaam en omgeving. Daarom is het van fundamenteel belang om te weten hoe je hen kunt helpen bij het omgaan van deze veranderingen.
Maar net als bij mensen kan deze achteruitgang niet worden teruggedraaid door het te stoppen of af te remmen. Het is ook de moeite waard om te onthouden dat dementie niet alle dieren op dezelfde manier treft.
Daarom is het belangrijk om op de hoogte te zijn van de tekenen van dementie bij katten. Zo kun je de nodige maatregelen treffen om de kwaliteit van leven van je kat in deze levensfase te behouden.
De tekenen van dementie bij katten
De volgende zijn enkele van de tekenen van cognitieve disfunctie bij katachtigen:
- Veranderingen in gedrag: katten met deze aandoening vragen meer aandacht of worden agressiever.
- In de war zijn: je kat kan doelloos gaan ronddwalen, waarbij ze de plek van hun voer, water en kattenbak vergeten.
- Meer dan gewoonlijk miauwen: ze kunnen de hele nacht door miauwen. In het algemeen is dit een teken dat je kat nerveus of angstig is. Ze kunnen zich eenzaam, verloren of gedesoriënteerd in de duisternis voelen.
- Veranderingen in het slaappatroon: door het verlies van interesse in hun omgeving kunnen ze overdag lange tijd slapen en ‘s nachts actiever zijn.
- Slechte hygiëne: ze kunnen ophouden met zichzelf te likken zoals voorheen, wat hun vacht een verwaarloosd en mat uiterlijk zal geven. Ze kunnen ook stoppen met eten omdat ze zich vies voelen.
- Hun ontlasting buiten de kattenbak doen.
Advies voor de verzorging van katten met cognitieve stoornissen
Als de dierenarts bij je kat de diagnose dementie heeft gesteld kan hij of zij medicijnen voorschrijven voor de behandeling van je kat. In ieder geval zijn er veel maatregelen die je kunt nemen om het je kat gemakkelijker te maken.
- Bijvoorbeeld, verander hun routine niet zo vaak. Verplaats de dingen van je kat niet: voerbak, bed, krabpaal, speelgoed enzovoort. Probeer ook geen andere voorwerpen of meubels te verplaatsen, te verwijderen of aan te schaffen.
- Vooral stressvolle situaties moet je zoveel mogelijk vermijden. Het is belangrijk dat je kat een rustige omgeving heeft om in te vertoeven als er veel beweging of lawaai in je huis is. Bijvoorbeeld, als je veel bezoekers ontvangt of als er werklui in je huis aanwezig zijn.
- Je moet zo veel mogelijk met je kat spelen om hem actief en gestimuleerd te houden.
- Borstel je kat regelmatig of was hem met een vochtige doek om zijn vacht in goede conditie te houden. Daarnaast moet je ook zijn ogen en oren reinigen.
- Installeer een paar hellingen in je huis. Zo heeft je kat geen problemen om op plaatsen te komen waar hij graag ligt of zit. Verder kun je ‘s nachts een lichtje laten branden om te voorkomen dat hij gedesoriënteerd raakt.
- Geef hem de juiste voeding conform de instructies van je dierenarts.
- Geef hem veel aandacht. Vooral dit laatste is het belangrijkste bij het omgaan met katten met dementie.