De huismus: is hij bedreigd?
Geschreven en geverifieerd door biochemie Luz Eduviges Thomas-Romero
De huismus komt weliswaar oorspronkelijk uit Eurazië en Noord-Afrika, maar is tegenwoordig te vinden in gematigde stedelijke zones over de hele wereld. In feite is de huismus (Passer domesticus) een van de bekendste stadsvogels. Je vindt hem in parken, op terrassen, op stoepen, of overal waar een broodkruimel op de grond valt.
Het zelfvertrouwen van deze vogel stelt hem in staat om drukke plaatsen zonder angst te benaderen. Ze kunnen zelfs uit je hand eten als je ze een beetje voedsel op je handpalm aanbiedt. Als ze eenmaal hebben wat ze willen, vliegen ze natuurlijk weer weg naar een veilige afstand.
Hoe herken je de huismus?
De huismus is ongeveer 12 tot 14 centimeter groot. Hij heeft ook een robuuste bouw. Zowel mannetjes als vrouwtjes hebben roze poten. Er zijn echter andere kenmerken die mannetjes en vrouwtjes van elkaar onderscheiden.
Het mannetje
- De mannelijke vogel heeft een grijze kruin met bruine vlekken eromheen. Deze vlekken lopen door naar hun lichtgrijze wangen en nek. Bovendien zitten er tussen hun snavel en ogen zwarte banden die lijken op een masker.
- Hun dikke snavels zijn grijszwart en ze hebben lichtbruine poten.
- Tijdens het baltsseizoen wordt de snavel van het mannetje helemaal zwart. In de herfst keert hij echter terug naar een meer bruinige kleur.
Het vrouwtje
- De vrouwelijke huismus heeft een grijs vlekkerig verenkleed. Hun vleugels, snavel en staart hebben een bruine tint.
- Bovendien heeft het vrouwtje een lichtere streep tussen haar bruine kruin en een andere bruine streep. Hun snavel is altijd grijsachtig naar de punt toe, maar geelachtig aan de basis.
Is de huismus een plaag?
Huismussen profiteren, omdat het aaseters zijn, van door mensen geproduceerd afval. Zo voeden ze zich in sommige gebieden bijna uitsluitend met restjes. Als gevolg van hun afhankelijkheid van menselijke activiteit komen deze vogels niet veel voor op onbewoonde plaatsen.
Hun dieet bestaat vooral uit zaden, of die nu wild zijn of gekweekt. In landelijke gebieden stelen deze vogels meestal voer van boerderijdieren. Daardoor zijn ze niet populair bij boeren.
Bij warm weer voeden deze vogels zich met insecten, vooral sprinkhanen. De huismus is een expert in het vinden van deze insecten. Bovendien gebruiken ze deze insecten om hun kuikens vet te mesten.
De huismus speelt echter een belangrijke ecologische rol. Op een heel eenvoudige manier helpt deze vogel het milieu door te variëren met wat ze eten. Enerzijds eten ze in de winter vruchten, gedroogde bessen en zaden. Anderzijds jagen ze in de zomer op ongewervelde dieren. Ze eten bijvoorbeeld kevers, krekels, sprinkhanen, krekels, bladluizen, spinnen, vliegen en motten.
Experts in het aanpassen aan het stadsleven
Huismussen paren voor het leven. Het zijn toegewijde metgezellen en ouders. Bovendien hebben ze zich aangepast om in elke denkbare hoek van een stad te kunnen leven en nestelen.
Ze kunnen bijna overal leven, op een straatlantaarn, boven airconditioners, in de kieren van gebouwen of op metalen raamspijlen. In deze onverwachte hoekjes bouwen ze hun nesten met gedroogde bladeren, veren en stukjes touw.
Een ongewoon gedrag van huismussen is baden in stukken stoffige grond. Ze doen dit meestal in grote groepen. Elke vogel maakt een klein gaatje in het vuil. Daarna gooien ze stof op hun veren. Dit is om eventuele parasieten kwijt te raken. Het lijkt echter op het nemen van een stofbad door olifanten.
De mussen, oorspronkelijk afkomstig uit Afrika, hebben deze aanpassing van het baden met stof in plaats van water ontwikkeld.
Het vogelmodel voor wetenschappelijke studies
De huismus is in de tweede helft van de 20e eeuw een “modelvogel” geworden voor gedrags- en ecologische studies. Dit komt vooral door de overvloed van dit type vogel. Ook planten ze zich gemakkelijk voort in gevangenschap. Wetenschappers gebruiken ook andere soorten in studies, zoals de zebravink, de rotsduif en de roodvleugelige merel.
Tegenwoordig is de huismus nog steeds algemeen genoeg om het middelpunt te zijn van verschillende onderzoeksprogramma’s in zowel Noord-Amerika als Europa.
Neemt de huismuspopulatie af?
In Spanje bijvoorbeeld komt de huismus op nationale schaal nog steeds veel voor in stedelijke omgevingen. In het algemeen komen ze het meest voor bij lentetemperaturen op plaatsen met een geringe hoogte en enige landbouwgrond in de buurt.
Aan de andere kant hebben deskundigen (Engelse link) zich gebogen over een abrupte afname van de mussenpopulaties in het Verenigd Koninkrijk.
Deze deskundigen geloven dat de afname te wijten is aan verschillende redenen. Eén reden is veranderingen in landbouwpraktijken, waardoor er minder voedsel beschikbaar is. Daarnaast zou het ook een gevolg kunnen zijn van concurrentie met andere vogels, verlies van nestplaatsen in steden, en problemen met pesticiden.
Alle aangehaalde bronnen zijn grondig gecontroleerd door ons team om hun kwaliteit, betrouwbaarheid, actualiteit en geldigheid te waarborgen. De bibliografie van dit artikel werd beschouwd als betrouwbaar en wetenschappelijk nauwkeurig.
- Anderson TR (2006) Biology of the Ubiquitous House Sparrow: from genes to populations. Oxford University Press, Oxford.
- Alberti, J. A. G. D., Pardo, R., & Abad, J. B. (1979). Avifauna del naranjal valenciano. II: el gorrión común (Passer domesticus L.). Mediterránea: Serie de estudios sobre biología terrestre mediterránea, (3), 69-99.
- Murgui, E. (2016). Gorrión común–Passer domesticus (Linnaeus, 1758). En: Enciclopedia Virtual de los Vertebrados Españoles. Salvador, A., Morales, M. B. (Eds.). Museo Nacional de Ciencias Naturales, Madrid. https://digital.csic.es/bitstream/10261/111676/1/pasdom_v1.pdf
Deze tekst wordt alleen voor informatieve doeleinden aangeboden en vervangt niet het consult bij een professional. Bij twijfel, raadpleeg uw specialist.