De roodoogmakikikker: habitat en kenmerken
Beoordeeld en goedgekeurd door de bioloog Samuel Sanchez
De roodoogmakikikker (Agalychnis callidryas) is een kleine amfibie die in de loop der jaren populair is geworden vanwege zijn prachtige ogen. Dit bijzondere kenmerk is vereeuwigd in vele foto’s en advertenties overal op het internet en in de media.
Daarom hebben veel mensen ervoor gekozen een of meer van deze soort als huisdier te houden. Maar het kweken in gevangenschap is ingewikkeld door hun specifieke eisen. Deze behelzen onder andere hun nachtelijke activiteit en de milieuomstandigheden van hun natuurlijke habitat. Hieronder vind je de meest relevante informatie over deze curieuze amfibie.
Habitat van de roodoogmakikikker
Deze kikkersoort, die tot de Hylidae–familie behoort, bewoont laagland-regenwouden en komt voor in gebieden in de buurt van rivieren. Zijn verspreiding omvat regenwouden van oostelijk Honduras tot noordoostelijk Colombia. Daar zijn ook exemplaren zwemmend in rivieren en beken gevonden.
In het verleden had deze soort verschillende namen. Het is echter belangrijk te verduidelijken dat een recente studie (Engelse link) op basis van morfologische kenmerken en biogeografie voorstelde om de soort Agalychnis taylori niet als synoniem van A. callidryas te beschouwen.
Deze beslissing werd genomen wegens morfologische en moleculaire verschillen tussen de twee soorten, ook al lijken ze op het eerste gezicht erg op elkaar.
Roodoogmakikikkers hebben de neiging takken, bladeren en boomstammen te frequenteren, waaraan ze zich vasthechten dank zij hun zuignap-achtige tenen. Deze amfibie geeft de voorkeur aan temperaturen tussen 25 en 30 graden overdag en 18-25 graden ‘s nachts, waarbij de relatieve vochtigheid tussen 80% en 100% ligt.
Uiterlijke kenmerken
Zoals zijn naam al doet vermoeden, wordt de roodoogmakikikker vooral gekenmerkt door de felgroene kleur van zijn huid en de intensiteit van de rode tint van zijn ogen. Anderzijds zijn de voor- en achterpoten oranje en valt het ventrale gebied op door zijn helderblauwe tint.
Jonge kikkers van deze soort worden bruin geboren en veranderen in groen als ze volwassen zijn. Interessant is dat ze hun tint kunnen veranderen. Afhankelijk van de omgeving waarin ze zich bevinden kan deze veranderen in een donkerder groen of roodachtig bruin.
De soort vertoont een heel duidelijk seksueel dimorfisme. De mannetjes zijn beduidend kleiner dan de vrouwtjes. Mannetjes worden 56 millimeter en de vrouwtjes 71 millimeter.
En, zoals hierboven vermeld, heeft deze kikker aan het uiteinde van de tenen grote voetzolen met zuignappen, waarmee hij zich kan voortbewegen en zich aan de bladeren van zijn leefgebied kan hechten.
Het gedrag van de roodoogmakikikker
De soort A. callidryas heeft nachtelijke en boombewonende gewoonten. Hij vindt beschutting om zich tegen zijn voornaamste roofdieren, zoals slangen, vogels of vleermuizen, te beschermen.
Dat doet hij in hoge bomen en struikgewas. Net als andere kikkersoorten waarschuwen de felle kleuren van zijn huid degenen die hem willen aanvallen. Er moet echter op gewezen worden dat zijn huid een geringe hoeveelheid gifstoffen bevat.
Anderzijds wordt aangenomen dat de mooie ogen van deze amfibie een verdedigingsmechanisme zijn, genaamd schrikkleur. Met deze opvallende tint kunnen ze roofdieren afschrikken door hun oogbollen abrupt te openen. Vervolgens kunnen ze wegspringen om beschutting te zoeken.
Wat eet een roodoogmakikikker?
Het dieet van deze kikker is carnivoor, want het is gebaseerd op vliegen, sprinkhanen, motten en krekels. Door de kleur van zijn huid kan hij onopgemerkt blijven tussen de bladeren van bomen, waar hij wacht tot insecten of andere kleine dieren zijn voedsel worden.
Soms kan deze soort zich voeden met andere kleinere kikkers, zolang die in zijn bek passen. Jongere kikkers voeden zich daarentegen met fruitvliegjes en speldenknopkrekels. In gevangenschap kunnen ze zich voeden met meelwormen, wasmotten, of kleine exemplaren van verschillende orthoptera-soorten (rechtvleugeligen).
Voortplanting van de roodoogmakikikker
Het muzikale paringsritueel van de roodoogmakikikker begint met het luide gekwaak van het mannetje. Dat krijgt al snel gezelschap van naburige mannetjes.
Alle mannetjes beginnen te kwaken en van blad tot blad te springen om een territorium te stichten en vrouwtjes aan te trekken. Interessant is dat men heeft waargenomen dat mannetjes van deze soort trillen als het gekwaak op zijn hoogtepunt is.
Na de roep naar het vrouwtje zullen twee mannetjes elkaar waarschijnlijk te lijf gaan om hun kracht te demonstreren. Ten slotte, en zonder de aandacht te trekken, dalen de vrouwtjes langzaam uit de boomtoppen af. De mannetjes, zodra ze haar zien, racen om als eerste bij haar te komen.
De roodoogmakikikker legt haar eitjes meestal in vegetatie die over het water hangt, want de kikkervisjes glippen door de bladeren en vallen in de stromende omgeving als ze uit het ei komen.
Het mannetje onderschept het vrouwtje en omhelst haar in een paargreep die bekend staat als amplexus. Het paar kan dagenlang in deze houding blijven, tot het vrouwtje besluit haar eieren te leggen.
Op dat moment laat ze de eitjes los op een blad en het mannetje bevrucht ze onmiddellijk uitwendig. Zoals we al eerder gezegd hebben, leggen de vrouwtjes deze eitjes vlak boven waterlichamen.
Beschermingsstatus
Momenteel is de roodoogmakikikker geen bedreigde soort, want zijn beschermingsstatus volgens de (IUCN) Internationale Unie voor het Behoud van de Natuur (IUCN – Engelse link) “Least Concern (LC)” is. Maar ontbossing en vervuiling van zijn natuurlijke habitat zijn zijn belangrijkste bedreigingen. Dat is naast de gevolgen van de opwarming van de aarde.
Zoals je gezien hebt, is de roodoogmakikikker een van de mooiste en merkwaardigste dieren op de planeet. Zijn voortplantingsgedrag en zijn vermogen om zich te verdedigen zijn enkele van zijn opvallendste aspecten.
De soort zou in de toekomst echter aangetast kunnen worden als de ontbossing van zijn leefgebied in de komende jaren toeneemt.
Alle aangehaalde bronnen zijn grondig gecontroleerd door ons team om hun kwaliteit, betrouwbaarheid, actualiteit en geldigheid te waarborgen. De bibliografie van dit artikel werd beschouwd als betrouwbaar en wetenschappelijk nauwkeurig.
- McCranie, J. R., Sunyer, J., & Martínez-Fonseca, J. G. (2019). Comments and updates to “Guía Ilustrada de Anfibios y Reptiles de Nicaragua along with taxonomic and related suggestions associated with the herpetofauna of Nicaragua. Revista Nicaraguense de Biodiversidad, 52, 1-44. Recogido el 29 de septiembre de 2021 de: https://www.researchgate.net/publication/337830371_Comments_and_updates_to_Guia_Ilustrada_de_Anfibios_y_Reptiles_de_Nicaragua_along_with_taxonomic_and_related_suggestions_associated_with_the_herpetofauna_of_Nicaragua_REVISTA_NICARAGUENSE_DE_BIODIVERSI
- Boman, B. 2002. “Agalychnis callidryas” (On-line), Animal Diversity Web. Recogido el 29 de septiembre de 2021 de: https://animaldiversity.org/accounts/Agalychnis_callidryas/
- UCN SSC Amphibian Specialist Group. 2020. Agalychnis callidryas. The IUCN Red List of Threatened Species 2020: e.T55290A3028059. Recogido el 3 de octubre de 2021 de:https://www.iucnredlist.org/species/55290/3028059
Deze tekst wordt alleen voor informatieve doeleinden aangeboden en vervangt niet het consult bij een professional. Bij twijfel, raadpleeg uw specialist.