De Iberische meerkikker: habitat en kenmerken
Geschreven en geverifieerd door de bioloog Samuel Sanchez
In dit artikel gaan we het hebben over de Iberische meerkikker. Het Iberisch schiereiland is een van de Europese streken met de meeste biodiversiteit, want naar schatting leven er meer dan 60.000 diersoorten in de verschillende ecosystemen.
Amfibieën (klasse Amphibia) zijn echter zeer ondervertegenwoordigd in de Spaanse natuur, want slechts 32 van de 7.500 soorten die er bestaan hebben deze streken gekoloniseerd. De Iberische meerkikker is er een van.
Deze vriendelijke amfibie bevolkt de vijvers en andere waterpartijen van de mediterrane landen. Hij maakt zich bekend met zijn striemende gezang en geluiden als hij ‘s zomers in het water springt. Als je meer wilt weten over de Iberische meerkikker (Pelophylax perezi) en zijn biologische cyclus, ben je hier op de juiste plaats.
Habitat van de Iberische meerkikker
Eerst en vooral moet benadrukt worden dat deze soort endemisch is op het Iberisch schiereiland en in Zuid-Frankrijk. Hij is geïntroduceerd op de Canarische Eilanden en de Balearen.
Die worden echter niet tot zijn oorspronkelijke verspreidingsgebied gerekend. Het is een zeer resistente en aanpasbare amfibie. Het bewijs daarvan is dat ze zonder uitzondering alle streken van Portugal en Spanje bezet hebben.
Hoogte is de enige beperkende factor voor zijn uitbreiding. Deze soort bewoont geen gebieden die hoger liggen dan 2.400 meter boven zeeniveau.
De Iberische meerkikker wordt niet gehinderd door ongunstige weersomstandigheden. In elk geval is het een soort met een bij uitstek aquatische levenscyclus. Hij moet altijd in de buurt van water blijven, en vooral in permanente watermassa’s die in de zomer niet verdampen.
Deze soort verdraagt temperaturen van 3° C tot 30° C.
Lichamelijke kenmerken
Alvorens in de fysiologie van deze soort te duiken, moeten we hem eerst op taxonomisch niveau contextualiseren. De Iberische meerkikker is een anura-amfibie, wat betekent dat hij geen staart heeft. Dit is het grootste verschil met zijn naaste verwanten, zoals salamanders en watersalamanders.
Zoals alle anura-amfibieën heeft dit dier uitpuilende ogen, een vrij grote mond in verhouding tot zijn kop, en een zeer dunne huid. Dit laatste kenmerk is van vitaal belang voor kikkers.
De doorlaatbaarheid van hun opperhuid stelt hen namelijk in staat gasuitwisseling uit te voeren en passief te ademen. Bij sommige soorten komt tot 100% van de ontvangen zuurstof van de huidademhaling.
Specifiek heeft de Iberische meerkikker een middelmatige grootte, een afgeronde snuit, en klierplooien aan weerszijden van de rug die van de ogen naar de cloaca gaan. De voorste ledematen hebben 4 langwerpige tenen, terwijl de achterste 5 gevlochten tenen hebben die de zwemactie en voortstuwing in het water vergemakkelijken.
De kleur van deze soort is meestal groenachtig met zwarte banden, hoewel dit sterk varieert tussen individuele exemplaren en populaties. Bovendien hebben mannetjes zeer karakteristieke grijsachtige stembanden, die opzwellen als ze zingen om vrouwtjes aan te trekken.
Deze kikkers zijn meestal groenig of bruinachtig op de rug, terwijl ze op het ventrale deel een kaneelkleurige tint hebben.
Het gedrag van de Iberische meerkikker
Zoals we gezegd hebben, is deze amfibie veel meer aquatisch dan sommige van zijn verwanten. De exemplaren zitten altijd in of bij het water, dus het is heel gewoon ze te zien in waterpoelen, vijvers, fonteinen, en lagunes. Ze kunnen ook in steile beken en koude watermassa’s gevonden worden, hoewel dit niet hun voorkeur heeft.
Zoals het Iberische Gewerveldenportaal aangeeft, is deze soort het hele jaar door actief, hoewel de activiteit in de winter drastisch afneemt. Bovendien heeft hij, in tegenstelling tot andere amfibieën, een duidelijke dagactiviteit, met een hoge activiteitsfase tussen 11:00 en 16:00 uur van de dag.
Het is gebruikelijk juvenielen en volwassen dieren te zien zonnen aan de randen van waterpartijen. Het zijn namelijk ectotherme dieren die omgevingswarmte nodig hebben om hun stofwisseling te regelen.
Zodra een ander levend wezen in hun buurt komt, duiken ze snel in het water. Ze blijven dan een tijdlang ondergedompeld, tenminste tot ze merken dat de bedreiging weg is.
Voeding
Alle amfibieën zijn strikte carnivoren en de Iberische meerkikker vormt daarop geen uitzondering. Deze soort voedt zich met zowel aquatische als terrestrische prooien, maar jaagt meestal op het land.
Men denkt dat meer dan 45% van zijn menu gebaseerd kan zijn op coleoptera, dat wil zeggen kevers van klein tot middelgroot formaat. Hij voedt zich ook met spinnen, isopoden, wormen en elk ongewerveld dier dat in zijn mond past.
Omdat het een middelgrote kikker is (10 centimeter) kan hij soms ook op kleine gewervelde dieren jagen. Denk hierbij aan dieren zoals jonge vogels en muizen. Opgemerkt moet worden dat de larven of kikkervisjes zich voeden met algen en afval dat op zeebodems aanwezig is.
Voortplanting
De voortplantingsperiode van deze soort varieert naar gelang van de populatie. We moeten hierbij bedenken dat hij in heel Spanje voorkomt. Het klimaat is per streek nogal wisselend. In elk geval schatten professionele bronnen dat balts en leg plaats vinden tussen april en juli, vooral in gebieden met permanent water.
Het opvallendste kenmerk van de voortplantingscyclus van deze soort is de manier waarop de mannetjes zingen. Zoals gezegd hebben deze gespecialiseerde stemzakjes, die opzwellen als het exemplaar zijn tonaliteit uitzendt.
Bovendien zijn de vrijers gegroepeerd in koren van 2 tot 6 exemplaren en de intervallen en frequenties van elk geluid zijn specifiek voor de situatie.
Als het vrouwtje eenmaal veroverd is door het gezang van een mannetje, “omhelst” hij haar in een axillaire “amplexus.” Daarbij maakt hij gebruik van het eelt op haar voorpoten om haar partner vast te houden. Dan laat het vrouwtje 2.000 tot 7.000 eitjes in het water los en het mannetje laat er zijn sperma op los, waardoor ze uitwendig bevrucht worden.
De piepkleine kikkervisjes doen er 5 tot 8 dagen over om uit de eitjes te komen en als ze eenmaal vrij zwemmen beginnen ze te groeien en zich te ontwikkelen, waarbij ze afmetingen bereiken van zelfs 6-7 centimeter.
Als ze poten ontwikkeld hebben, de longen gegroeid zijn en de staart weer opgenomen is (ongeveer 10 weken na hun geboorte), wagen de kleine kikkertjes zich voor het eerst op het land.
Hoewel het aantal eieren dat elk vrouwtje legt enorm mag klinken, moeten we erop wijzen dat de meeste van de uitgekomen jongen nooit de metamorfose bereiken.
Staat van instandhouding
De Internationale Unie voor Natuurbehoud (IUCN-Engelse link) vermeldt deze soort als “of least concern (LC).” Hij komt in zijn hele oorspronkelijke gebied voor, maar toch nemen de populaties tegenwoordig duidelijk af. Net als alle andere amfibieën heeft de Iberische meerkikker te lijden onder de gevolgen van vervuiling en klimaatverandering.
Helaas zorgen de veranderingen in het gebruik van water en de verandering van het terrein ervoor dat deze soort de lagunes en waterpoelen verliest waarin hij leeft en zich voortplant. Bij dit alles moeten we nog de effecten van chemische lozingen op het water, verkeersongelukken, en klimaatverandering optellen, naast vele andere dingen.
41% van de amfibieën in de wereld dreigt te verdwijnen. Het is de groep gewervelde dieren die het meest te lijden heeft van menselijk handelen
Helaas zijn de globale vooruitzichten niet bemoedigend voor amfibieën. Zelfs de meest winterharde soorten zoals de Iberische meerkikker merken de gevolgen van de uitputting van de ecosystemen. Het is dan ook vrij duidelijk dat deze mooie en kwetsbare dieren beschermd moeten worden voor het te laat is.
Alle aangehaalde bronnen zijn grondig gecontroleerd door ons team om hun kwaliteit, betrouwbaarheid, actualiteit en geldigheid te waarborgen. De bibliografie van dit artikel werd beschouwd als betrouwbaar en wetenschappelijk nauwkeurig.
- Pelophylax perezi, IUCN Red List. Recogido a 3 de septiembre en https://www.iucnredlist.org/species/58692/89704409
- Pelophylax perezi, Enciclopedia Virtual de los Vertebrados Españoles (CSIC). Recogido a 3 de septiembre en http://www.vertebradosibericos.org/anfibios/reproduccion/pelperre.html
- Egea-Serrano, A., Tejedo, M., & Torralva, M. (2009). Populational divergence in the impact of three nitrogenous compounds and their combination on larvae of the frog Pelophylax perezi (Seoane, 1885). Chemosphere, 76(7), 869-877.
Deze tekst wordt alleen voor informatieve doeleinden aangeboden en vervangt niet het consult bij een professional. Bij twijfel, raadpleeg uw specialist.