Logo image
Logo image

Bijzondere wetenswaardigheden over de reukzin van een kat

4 minuten
Katten hebben ongeveer 67 miljoen reukcellen in hun neusgaten. Lees hier meer over het reukvermogen van katten.
Bijzondere wetenswaardigheden over de reukzin van een kat
Georgelin Espinoza Medina

Geschreven en geverifieerd door de biologe Georgelin Espinoza Medina

Laatste update: 24 december, 2022

Katten nemen informatie uit hun omgeving waar door middel van verschillende zintuiglijke signalen. Hierdoor is het reukvermogen van een kat onmisbaar, want ze gebruiken het bij hun sociale relaties, voeding, oriëntatie en opvoeding. We hebben een reeks wetenswaardigheden over de reukzin van een kat verzameld waarover je zeker met plezier zult lezen!

Kat ruikt aan koekjes
1. De reukzin van een kat is krachtiger dan die van een mens

De reukzin van een kat is veel efficiënter dan die van ons. Dat komt omdat ze meer receptoren in het reukepitheel hebben. Ze hebben 67 miljoen reukcellen in hun neusgaten en 19 miljoen zenuwuiteinden die met dit zintuig te maken hebben.

Hierdoor is het reukvermogen van een kat tot 14 keer krachtiger dan dat van ons. Heb je je gerealiseerd hoe goed het is?

2. Katten hebben een accessoire reukorgaan

Naast hun krachtige reukzin hebben katten een extra structuur om chemische stoffen waar te nemen. Dit is het vomeronasale of orgaan van Jacobson, dat zich in het dak van hun mond bevindt. Daarmee kunnen ze waardevolle informatie uit de omgeving waarnemen, want ze kunnen niet alleen geuren waarnemen, maar ook feromonen.

Feromonen zijn chemische stoffen die katten afscheiden uit verschillende delen van hun lichaam, zoals de wangen, rond de mond, aan de basis van de staart, de poten en bij de borstklieren. Ze gebruiken ze om hun territorium te markeren, om zich veilig te voelen, om te waarschuwen, en zelfs om zich voort te planten. Deze moleculen zijn onwaarneembaar voor mensen.

De kat opent zijn mond, trekt zijn lippen terug en laat zijn tong een beetje hangen om de stoffen te analyseren met zijn orgaan van Jacobson. Ook rimpelen ze hun snuit. Zo’n houding wordt de Flehmen-reactie genoemd en komt ook bij andere dieren voor.

3. Het speelt een belangrijke rol bij de communicatie en de relatie met hun omgeving

Some figure

Katten gebruiken allerlei soorten chemische informatie om met elkaar te communiceren en zich tot hun omgeving te verhouden. Geuren en feromonen spelen een cruciale rol in hun sociale organisatie en voortplanting. Katten markeren hun territorium en voorkeurspartners en geven zo een duidelijke boodschap af aan andere leden van hun soort, zonder dat ze fysiek contact met hen hoeven te maken.

Wanneer katten met hun kop of lichaam over meubels, muren of de poten van mensen wrijven, markeren ze in feite met hun feromonen. Zo laten ze andere katten weten dat die ruimte of dat voorwerp hun eigendom is. Hetzelfde gebeurt wanneer ze op bepaalde plekken in huis of in de tuin krabben.

4. De reukzin is functioneel bij pasgeboren kittens

Pasgeboren kittens zijn erg kwetsbaar, hulpeloos en blind; hun ogen zijn gesloten, dus ze kunnen hun gezichtsvermogen niet gebruiken om zich in de wereld te ontwikkelen. Ze kunnen ook niet horen, want hun oren zijn dicht. Ze hebben echter een reukvermogen dat hun overleving garandeert, omdat ze het gebruiken om hen te helpen de tepel van hun moeder te vinden om zich te voeden.

Katten stellen een tepelvolgorde vast. Zo gebruikt elk kitten voornamelijk één (of soms twee) om de melk van zijn moeder te verkrijgen. Het verbazingwekkende is dat ze voor het onderscheiden van de tepels aangeleerde olfactorische signalen gebruiken, die blijkbaar afkomstig zijn uit het speeksel van elk kitten.

Bovendien beïnvloedt geur hun hechtingsgedrag en nestrichtingsaanwijzingen. Smaak en tast zijn ook functioneel als kittens worden geboren, zodat ze de informatie die ze met hun neus waarnemen aanvullen.

Er wordt gedacht dat vanaf de derde levensweek het zicht een meer centrale rol gaat spelen, waardoor ze sociale vaardigheden kunnen aanleren.

5. Niet onmisbaar voor de jacht

Some figure

Hoewel het misschien wat vreemd lijkt, is de reukzin van een kat niet onmisbaar voor de jacht. Ze lijken een voorkeur te hebben voor andere soorten signalen, zoals die welke door zicht of gehoor worden gegeven, omdat geuren belangrijker zijn voor de communicatie en hun relatie met de omgeving om hen heen.

Een onderzoek (Engelse link) uit 2015 vond een voorkeur voor het gebruik van hun ogen, in plaats van hun neus, in soortgelijke situaties. De visuele reactie overheerste dus. Bij deze soort werden echter individuele verschillen in zintuiglijk gedrag aangetoond. Er is dus meer onderzoek nodig.

Samengevat is de reukzin van een kat scherper en krachtiger dan de onze, waardoor ze de wereld op een andere manier kunnen waarnemen. Ook kunnen ze, met de aanwezigheid van Jacobsons orgaan, chemische moleculen waarnemen die hen waardevolle informatie geven over hun omgeving en met elkaar communiceren. Deze reacties zijn verbazingwekkend en laten ons zien hoe complex en interessant kattengedrag is.


Alle aangehaalde bronnen zijn grondig gecontroleerd door ons team om hun kwaliteit, betrouwbaarheid, actualiteit en geldigheid te waarborgen. De bibliografie van dit artikel werd beschouwd als betrouwbaar en wetenschappelijk nauwkeurig.


  • Arteaga, L., Bautista, A., González, D., Hudson, R. (2013) Smell, suck, survive: chemical signals
    and suckling in the rabbit, cat, and dog. In: East ML, Dehnhard M (Eds). Chemical signals in vertebrates, (pp 51–59).
  • Mayes, E.-R. E., Wilkinson, A., Pike, T. W., & Mills, D. S. (2015). Individual differences in visual and olfactory cue preference and use by cats (Felis catus). Applied Animal Behaviour Science, 173, 52–59.
  • Padodara, R., & Ninan, J. (2014). Olfactory sense in different animals. The Indian Journal of Veterinary Science, 2(1), 1-14.
  • University of Edinburgh. (2019). Understand normal feline behaviours. Recuperado el 03 de diciembre de 2022, disponible en: https://www.ed.ac.uk/sites/default/files/atoms/files/2._understanding_normal_feline_behaviours_v1.2.pdf
  • Willey, T. J. (1973). The ultrastructure of the cat olfactory bulb. The Journal of Comparative Neurology, 152(3), 211–232.

Deze tekst wordt alleen voor informatieve doeleinden aangeboden en vervangt niet het consult bij een professional. Bij twijfel, raadpleeg uw specialist.