Het fokken van wilde zwijnen
Geschreven en geverifieerd door de dierenarts Érica Terrón González
Hoewel boerenvarkens het resultaat zijn van generaties van zwijnendomesticatie, gebruiken sommige boeren tegenwoordig wilde zwijnen zelf als vee. Misschien is het geen eerste keus soort, maar het domesticeren van het wilde zwijn heeft een reeks voordelen laten zien die andere productieve soorten op dit moment niet hebben.
Aan de andere kant hebben we de netelige kwestie van de jacht op wilde zwijnen. Deze activiteit is misschien bekender, maar heeft zeker zijn nadelen en brengt bepaalde ethische dilemma’s met zich mee. Daarom willen we deze gelegenheid aangrijpen om je de eigenaardigheden van het fokken van wilde zwijnen te laten zien.
Het wilde zwijn (Sus scrofa) is een van de 16 diersoorten die behoren tot de familie Suidae. Zijn oorspronkelijke geografische verspreiding was Eurazië en Noord-Afrika, maar sindsdien heeft de mens hem geïntroduceerd in zowel Amerika als Oceanië. Het is een van de terrestrische zoogdieren met de grootste geografische verspreiding.
Het everzwijn in het wild
Om de domesticatie van het everzwijn in gevangenschap te begrijpen, moet men eerst zijn behoeften in het wild begrijpen. Zijn sociale gedrag en voedingsgewoonten zijn zeker het meest relevant als het gaat om het fokken van dit dier.
Gedrag
Het wilde zwijn is een dier met nachtelijke gewoonten dat zijn activiteit begint vlak voor de schemering. In feite ondernemen deze dieren, zodra de zon ondergaat, tochten die tot meer dan 15 kilometer kunnen reiken. Voor de vrouwtjes zijn deze wandelingen iets korter, vooral als ze hun jongen bij zich hebben.
Ondanks het feit dat hij zich heeft aangepast aan nachtelijke bewegingen, is het gezichtsvermogen van het everzwijn niet erg goed. Toch heeft dit dier andere zintuiglijke vaardigheden ontwikkeld, zoals horen en ruiken.
Sociale groepen
Het wilde zwijn leeft in matriarchale groepen van maximaal 20 dieren, met twee of drie volwassen vrouwtjes en hun jongen. Deze kolonies zijn gestructureerd op basis van een hiërarchie, waarbij er altijd een dominant vrouwtje is. De enige mannetjes die in de groep welkom zijn, zijn onvolwassen jongen.
Volwassen mannetjes moeten bij het bereiken van de geslachtsrijpheid de kudde verlaten en hun eigen groepen “singles” vormen.
Dieet van het everzwijn in het wild
Het everzwijn is een omnivoor dat een grote verscheidenheid aan voedsel consumeert. In het algemeen bestaat zijn dieet uit 90% groenten en de overige 10% van dierlijke oorsprong. Tot de groenten behoren wortels, bollen, knollen, vruchten en bessen. Wat betreft de dierlijke bron in hun dieet, kunnen wilde zwijnen kleine knaagdieren, vogeleieren, slangen, hagedissen, wormen en allerlei soorten larven eten.
Bovendien past dit dier zijn dieet aan de seizoenen aan. In de herfst profiteert hij van vruchten als eikels, kastanjes of olijven. Deze zijn allemaal rijk aan eiwitten en gezonde vetten. Dit helpt vooral de vrouwtjes om in optimale fysieke conditie te blijven voor het voortplantingsseizoen.
Bijzonderheden over het tam fokken van wilde zwijnen
Vanuit het oogpunt van management zijn wilde zwijnen zeer rustieke dieren, die zich gemakkelijk aanpassen aan de omgeving om hen heen. Onder andere daardoor worden ze zelden getroffen door ziekten. Dit, en het feit dat hun geboortes geen hulp nodig hebben, resulteert in een lage incidentie van veterinaire bezoeken aan de boerderij.
Tegelijkertijd zijn wilde zwijnen dieren die meer voer dan krachtvoer consumeren. Wat betekent dit? Dat hun voeding goedkoper is en dat hun groei langzamer en natuurlijker verloopt dan bij het tamme varken. Bovendien kunnen ze zo worden gehouden in marginale gebieden of gebieden van mindere kwaliteit, waar het onmogelijk zou zijn andere diersoorten te houden.
Helaas kunnen wilde zwijnen ook fungeren als belangrijke overbrengers van bepaalde ziekten (Engelse link). Daarom worden jacht en andere ongeregelde praktijken volledig ontmoedigd.
Noodzaak tot regulering
Bij het vangen van wilde zwijnen zouden ze idealiter naar een wildbewerkingscentrum gebracht moeten worden. Daar zou een dierenarts de relevante sanitaire controles moeten uitvoeren en beslissen of de prooi geschikt is voor menselijke consumptie of niet. Maar dit is niet de norm. Normaal gesproken gebruikt de jager het dier in zijn eentje, waarbij hij zichzelf blootstelt aan ernstige gezondheidsrisico’s.
Daarom is het, als de vraag naar zijn vlees zo groot is, beter om de binnenlandse fok van het wilde zwijn te blijven bevorderen. Zo vermijden we de gezondheids-, ethische en milieuproblemen van de ongecontroleerde jacht (Engelse link).
Alle aangehaalde bronnen zijn grondig gecontroleerd door ons team om hun kwaliteit, betrouwbaarheid, actualiteit en geldigheid te waarborgen. De bibliografie van dit artikel werd beschouwd als betrouwbaar en wetenschappelijk nauwkeurig.
- Sus scrofa [Internet]. Es.wikipedia.org. [cited 01 September 2020]. Available from: https://es.wikipedia.org/wiki/Sus_scrofa#Periodo_de_celo
- Los orígenes del jabalí [Internet]. 2006 [cited 1 September 2020]. Available from: http://produccion-animal.com.ar/produccion_jabalies/01-origenes_jabali.pdf
- Código Sanitario para los Animales Terrestres: infección por Trichinella spp. [Internet]. 2019 [cited 1 September 2020]. Available from: https://www.oie.int/fileadmin/Home/esp/Health_standards/tahc/current/chapitre_trichinella_spp.pdf
- Forrajes [Internet]. Mapa.gob.es. [cited 1 September 2020]. Available from: https://www.mapa.gob.es/es/agricultura/temas/producciones-agricolas/cultivos-herbaceos/forrajes/
Deze tekst wordt alleen voor informatieve doeleinden aangeboden en vervangt niet het consult bij een professional. Bij twijfel, raadpleeg uw specialist.