Wobblersyndroom: oorzaken, symptomen en behandeling

In bijna 50% van alle gevallen van wobblersyndroom gaat het om een Doberman, Mastiff of een Duitse dog.
Wobblersyndroom: oorzaken, symptomen en behandeling
Francisco María García

Geschreven en geverifieerd door advocaat Francisco María García.

Laatste update: 21 december, 2022

Het wobblersyndroom, of cervicale spondylomyelopathie (CSM), is een ruggenmergziekte die zich vooral voordoet bij grote honden. Vroegtijdige diagnose is belangrijk om ernstige gevolgen, zoals handicaps en neurologische problemen, te voorkomen.

In dit artikel kun je iets meer leren over de oorzaken en symptomen van dit syndroom en vertellen we je hoe je het kunt behandelen.

Kenmerken en symptomen van het wobblersyndroom

Het wobblersyndroom omvat een verscheidenheid aan degeneratieve aandoeningen die neurologische schade kunnen veroorzaken en de motoriek aantasten. Het ontwikkelt zich wanneer het ruggenmerg en de zenuwen in de nek te veel worden gecomprimeerd (myelopathie).

Vaak wordt het syndroom pas opgemerkt wanneer de hond constante symptomen van nekpijn begint te vertonen. Helaas veroorzaakt dit syndroom in het begin alleen vage symptomen, waardoor het moeilijk te herkennen is.

Dat is de reden waarom de meeste diagnoses pas plaatsvinden nadat er meer intense neurologische problemen optreden, zoals wankelen en onstabiliteit.

Dit zijn de voornaamste symptomen van het wobblersyndroom:

  • Onstabiel, wankelend lopen. Honden met dit syndroom zetten meestal kleine stappen.
  • Pijn of stijfheid in de nek.
  • Verlies van spiermassa in de schouders en voorpoten.
  • Vermoeidheid en zwakte.
  • Gedeeltelijke of totale verlamming.
  • Zwelling aan de voor- en achterpoten.
  • Problemen met opstaan ​​en bewegen.

Wobblersyndroom: oorzaken en genetische factoren

Myelopathie ontwikkelt zich doorgaans als gevolg van een verzwakte botstructuur rond het ruggenmerg. Deze verzwakte botstructuur is meestal een gevolg van botafwijkingen of een ontwrichte tussenwervelschijf. Waar echter minder over bekend is, is de oorsprong van het wobblersyndroom.

Voor zover wij weten, aan de hand van de kenmerken van huidige klinische gevallen, speelt genetica bij dit syndroom een zeer belangrijke rol.

In bijna 50% van alle gevallen van wobblersyndroom gaat het om een doberman, mastiff of een Duitse dog. Andere rassen die ook gevoelig zijn voor dit syndroom zijn de Ierse wolfshond, basset hound en rottweiler.

Duitse dog met wobblersyndroom

Nog een belangrijke factor is de grootte van de hond. Wetenschappers denken dat de snelle groei van grote honden hen kwetsbaarder maakt voor degeneratieve ziekten.

In bijna 70% van alle gevallen van het wobblersyndroom gaat het namelijk om grote honden. Het syndroom doet zich echter ook weleens voor bij kleine rassen, zoals de yorkshireterriër, Duitse pinscher en chihuahua.

Diagnose van het wobblersyndroom bij honden

Dierenartsen kunnen het wobblersyndroom op verschillende manieren diagnosticeren. Dit doen ze door naar de ruggengraat en wervels van een hond te kijken. Hiervoor kunnen ze gebruikmaken van röntgenfoto’s, digitale tomografie, MRI en myelografie.

Ook zal een dierenarts vaak vragen om een bloedonderzoek en urinetest uit te laten voeren om andere meer algemene ziekten uit te sluiten. Bovendien zal er worden gekeken naar de medische geschiedenis en het genetische profiel van de hond.

Behandeling voor het wobblersyndroom bij honden

Behandeling omvat vaak chirurgie, om de druk op het ruggenmerg te verminderen. De effectiviteit hiervan hangt echter af van de fysieke toestand van de hond en de plek waar de druk gelokaliseerd is.

Wanneer je huisdier erg zwak of oud is, kan een dierenarts besluiten hem niet te opereren. De kans op overlijden of onomkeerbare neurologische schade is in dit geval namelijk zo groot dat het het risico niet waard is.

Hond op de operatietafel

In deze gevallen wordt meestal gebruikgemaakt van looptherapie om de pijn te verminderen en de kwaliteit van leven van de hond te verbeteren.

Herstel na een operatie

Om volledig te kunnen herstellen, hebben honden een rustperiode van twee maanden nodig. Zorg ervoor dat je hond tijdens deze periode niet rent of springt. Dit zou namelijk kunnen voorkomen dat zijn botten zich weer aan elkaar hechten. Zorg er in de tussentijd ook voor dat hij een zachte ondergrond heeft om op te liggen.

Meestal is het ook verstandig om je hond goed in de gaten te houden om ervoor te zorgen dat hij geen zweren of andere verwondingen krijgt.

Fysiotherapie is een geweldige manier om het herstel te versnellen en het lichaam van je hond weer sterker te maken. Het kan ook voorkomen dat hij te veel spiermassa verliest of last krijgt van spieratrofie als gevolg van een gebrek aan lichaamsbeweging.

Kan het wobblersyndroom voorkomen worden?

Omdat het wobblersyndroom een ​​genetische oorsprong heeft, is er helaas geen specifieke manier om het te voorkomen. Wat je wel kunt doen, is het lichaam en het immuunsysteem van je hond versterken, zodat hij zo gezond mogelijk blijft.

Dit is slechts een van de redenen waarom het belangrijk is om ervoor te zorgen dat je hond een uitgebalanceerd dieet aanhoudt en regelmatig beweging krijgt. Ook kan het helpen om preventieve medicijnen te gebruiken en regelmatig met je hond naar de dierenarts te gaan. 


Deze tekst wordt alleen voor informatieve doeleinden aangeboden en vervangt niet het consult bij een professional. Bij twijfel, raadpleeg uw specialist.